Op deze Pagina
Soms kom je het tegen in een patroon: ‘brei 10 toeren tricotsteek’. Hoe weet je nou hoeveel toeren je al gebreid hebt tijdens het breien? Ik ga je uitleggen hoe toeren tellen bij breien precies werkt.
Gebruik het menu’tje hierboven om snel naar het deel te klikken dat jij nodig hebt voor jouw breiwerk!
Wat Is Een Toer?
Ow wat hebben wij toch een pech met onze Nederlandse taal, zoveel verwarring over iets wat toch niet zo moeilijk zou moeten zijn!
In het Engels is het heel logisch en makkelijk. Je breit 1 ‘row’, oftewel een rij. Deze term gebruik je als je iets heen en weer breit. 1 row is 1 naald leegbreien, dus iedere keer dat je de naald wisselt van hand heb je 1 row gebreid.
Dit noemen wij 1 naald, 1 toer, 1 pen of 1 rij…
Daartegenover staat 1 ‘round’, oftewel een ronde. Deze term gebruik je als je in het rond aan het breien bent. 1 round is 1 keer rondbreien tot je weer bij het begin van de toer bent.
In het Nederlands zeg je 1 toer, 1 pen, 1 pen rond, 1 naald rond, 1 ronde..
Hoe verwarrend!
We hebben het over een rij breien, een pen breien, een toer breien, een naald breien en dan bedoelen we ook nog eens allemaal verschillende dingen!
Het blijkt uit mijn onderzoekje dat een toer vroeger 1 naald goede kant EN 1 naald verkeerde kant was, oftewel 2 keer een breinaald leeg breien met rechte breinaalden. Het komt dus niet uit de lucht vallen dat sommigen dit ook nu nog op deze manier gebruiken.
Tegenwoordig zijn patroonmakers duidelijker geworden en wordt dit niet meer zo gebruikt. Snel vergeten dus maar!
Een toer is 1 breinaald leeg breien of 1 keer rondbreien op je rondbreinaald/sokkennaald.
Ik gebruik zelf de term naald voor recht breiwerk en toer voor rondbreiwerk in mijn patronen, als heldere manier om dit uit elkaar te houden.
In deze blogpost gebruik ik de term toer voor zowel plat als rond breiwerk, omdat dit de term is die het meest gebruikt lijkt te worden.
Toeren Tellen – Tricotsteek
Tricotsteek is het makkelijkste stekenpatroon om toeren te tellen. Je telt het aantal V’tjes onder de breinaald vanaf de opzet of vanaf het vorige stekenpatroon, zoals bijvoorbeeld een boord. De enige moeilijkheid zit in het tellen van de onderste V, deze is soms een beetje lastig te vinden. Als je tricotsteek telt boven een boord, begin dan met tellen precies boven een averecht bultje van de boord. Dit geeft een heel duidelijk beginpunt.
Als je tricotsteek moet tellen vanaf de opzet, kijk dan goed wat de onderste V is net boven de opzet.
Toeren Tellen – Ribbelsteek
Bij ribbelsteek is het opletten. Ribbels zijn heel makkelijk te tellen, maar je moet wel weten hoe de ribbels gevormd zijn om het juiste aantal toeren te bepalen. Vanaf de opzet vormt de eerste V de bovenkant van de onderste ribbel. De volgende V aan de verkeerde kant van het breiwerk maakt vervolgens de onderkant van deze ribbel. 1 ribbel is dus 2 toeren hoog.
Tel het aantal hele ribbels en je weet hoeveel toeren je gebreid hebt. Let op wanneer je gaat tellen, zorg dat je net een ribbel afgemaakt hebt. Dit kan je herkennen, omdat je dan bultjes (van averechte steken) onder je breinaald hebt en geen lussen.
Om verwarring met ribbels tellen te voorkomen, is het handig om met jezelf af te spreken om de ribbels alleen aan de goede kant te tellen. Markeer de goede kant van je breiwerk bijvoorbeeld door een steekmarkeerder te plaatsen. Je mag bij ribbelsteek zelf kiezen wat jij de goede kant vindt, want beide kanten zien er natuurlijk hetzelfde uit.
Toeren Tellen – Boordsteek
Boordsteek tellen is het makkelijkst te doen door de averechte steken te tellen. Bij het tellen van de V’tjes van de rechte steken kan je namelijk nog wel eens op het verkeerde pad gezet worden door de rechte steek net boven de boord als je na de boord doorgaat met tricotsteek. Deze rechte steek is meestal iets vergroot en lijkt daarom bij de boord te horen terwijl het eigenlijk de eerste toer is van je tricotsteek.
Ook hier moet je weer bepalen wat voor jouw breiwerk de goede kant is en deze even markeren, op die manier kan je niet in de war raken met tellen.
Let ook op als je je breiwerk eindigt met boordsteek. Boordsteek kan je het beste ‘in patroon’ afkanten. Dus je voegt tijdens het afkanten nog een toer boordsteek toe! Brei dus 1 toer minder dan de hoeveelheid die je moet hebben.
Toeren Tellen – Gerstekorrelsteek
Gerstekorrelsteek tel je het beste door de bultjes van de averechte steken te tellen, heel makkelijk eigenlijk! Let ook hier op met afkanten dat je 1 toer minder breit dan je nodig hebt, omdat je gaat afkanten in patroon.
Toeren Tellen – Breiwerk Met Kleuren
En hier komt de uitzondering op de regel! Als je met kleuren breit, bijvoorbeeld strepen, hoor je wel de steken op je breinaald mee te tellen. Deze steken (of eigenlijk potentiële steken), zijn immers al gemaakt in een bepaalde kleur. Als je precies 3 toeren van die kleur nodig hebt dan stop je met breien als je 2 toeren onder de breinaald hebt en een toer met lusjes in dezelfde kleur op de breinaald.
Deze regel is ook van toepassing op Fair Isle breien.
Filmpje Met Breien Toeren Tellen
In dit filmpje ga ik je alles laten zien over toeren tellen met breien!
Heel veel breiplezier!